De pensioenproblematiek in Europa en België is een brandend actueel onderwerp. In Frankrijk, Nederland, Duitsland en Oostenrijk ligt het onderwerp reeds op tafel bij de overheden en de sociale partners. In België werd het thema in verschillende middens aangehaald, maar echter (nog) niet actief besproken op politiek en sociaal niveau.

Naast het fundamenteel aspect van het effect van de vergrijzing van de bevolking en de korte loopbanen, stelt zich ook het probleem dat vele pensioenfondsen hun reserves hebben zien smelten door de beurskoersen.
Het document ‘De Belgische Pensioenproblematiek en haar weerslag op de Stad Antwerpen’ dat in december 2002 opgesteld werd door Cor Dietvorst, behandelt de pensioenproblematiek vanuit een dubbel perspectief : een algemene analyse voor België en een specifieke voor de Stad Antwerpen als werkgever.

Hiertoe gaan we op zoek naar financiële gegevens en de parameters die hiervoor gehanteerd werden. Tenslotte stellen we de vraag of de huidige financiële structuren en rapportering voldoen om de pensioenverplichtingen blijvend waar te maken en geven we enige aanzetten tot concrete aanpassing van het beleid.
In het verleden werd er tot nog toe erg weinig en summier gecommuniceerd over deze materie en werden slechts partiële en vaak incorrecte gegevens doorgespeeld. Bovendien was en is er nog steeds erg weinig of onvoldoende beleidsaandacht voor de impact van de pensioenen op de begroting van de stad.

We willen hier, als studiecentrum Antwerpen overMorgen, dan ook pleiten voor transparantie over deze zeer technische, maar daarom niet minder belangrijke materie. Het is noodzakelijk dat er dringend aandacht besteed wordt aan deze problematiek!

Hieronder volgt een samenvatting van het document. Wil u het volledige document raadplegen? Klik dan op de button hieronder.

Synthese

De vergrijzing van de bevolking evenals het steeds korter worden van de aktieve beroepsloopbaan leggen een zware tol op de financiën van de overheid en dus ook op deze van de Stad Antwerpen. De Stad Antwerpen heeft samen met het OCMW een personeelsbestand van 18.000 medewerkers. Hiervan zijn 2/3 ambtenaren (een verhouding die beduidend hoger ligt dan in andere steden en gemeenten). Momenteel worden reeds 7100 gepensioneerde ambtenaren door de Stad betaald uit de gewone begroting met een jaarlijkse kost van bijna 125 miljoen €.

Het beheer van de pensioenverplichtingen is weinig transparant en dreigt door de verzelfstandiging van diverse stedelijke diensten steeds onoverzichtelijker te worden. Er is op dit moment weinig kennis bij de stedelijke administratie en bij de politieke verantwoordelijken over
deze materie.
De pensioenverplichtingen rechtstreeks ten laste van de Stad en OCMW bedragen wellicht 2,3 miljard € (93 miljard Bef), wat 500 mio € meer is dan het bedrag dat medegedeeld wordt aan de leden van de gemeenteraad. Dit verschil is te wijten aan het hanteren van economisch relevantere
parameters.
De vzw pensioenfonds is geen ‘pensioenfonds’ dat instaat voor de betaling van de pensioenen maar een tussenschakel in het beheer van (een gedeelte van) immobiliën van de stad en de financiering van de pensioenlasten. Het beheer en de uitbetaling van de pensioenen gebeurt door
OMOB.
De dekking van de pensioenverplichtingen van Stad en OCMW bedraagt slechts 2,35% van de totale verplichtingen. De 9,1 % dekkingsgraad vermeld in de rapportering is boekhoudkundig zeer discutabel.
De Stad Antwerpen staat indirect mee in voor de verplichtingen van de autonome instellingen die van haar afhangen. Het Havenbedrijf heeft bij haar oprichting in 1994 belangrijke pensioenverplichtingen overgenomen. Het havenbedrijf staat in voor de pensioenen van 2500 gepensioneerden met een huidig personeelsaantal van 1700 werknemers. De niet-gedekte pensioenverplichting van het Havenbedrijf bedraagt 650 miljoen €. Wel werkte zij reeds moderne structuren uit om aan deze problematiek (hopelijk) het hoofd te bieden.
De beheersing van de op de overheid en de Stad Antwerpen afkomende pensioensneeuwbal zal leiden tot ingrijpende maatregelen, waarbij moeilijke en delicate keuzes zullen gemaakt moeten worden. In de mate dat geen werk wordt gemaakt van de opbouw van reserves zullen volgende opties nader onderzocht moeten worden : verlenging van de beroepsloopbaan, beperking van de pensioenen, stimulering van de nataliteit of doelgerichte immigratie om de verhouding actieven/gepensioneerden te herstellen.

Specifiek voor de Stad komt de keuze tussen contractueel dan wel statutair personeel en het bijbehorende kostenplaatje naar verloning (pensioenen inbegrepen) op de voorgrond.