In 2002 stelde het Studiecentrum Antwerpen overMorgen een memorandum op met een visie voor een duurzaam politiek beleid in Antwerpen. Het document pleitte voor een sterke toekomstvisie waarbij het langetermijndenken de toetssteen dient te zijn voor het concreet politiek handelen. Hierbij werden 10 actiepunten gedefinieerd voor realisatie over een periode van tien jaar.

Aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012 heeft het studiecentrum Antwerpen overMorgen de tien actiepunten, opgesteld in 2002, tegen het daglicht gehouden en de tekst geactualiseerd. Dit is onze evaluatie van het stedelijk beleid van de voorbije 10 jaar.

Economie en ecologie moeten elkaar aanvullen

De tekst uit 2002

De maatschappij evolueert constant en innovatie en aanpassingsvermogen zijn belangrijke waarden. Een evenwicht vinden tussen economie (bron van werkverschaffing en welvaart, én één van de belangrijkste vormen van persoonlijke zingeving) en milieu (het behoud van harmonie binnen de gemeenschap, én onze natuurlijke omgeving) is de basis van duurzaam ondernemen.

Antwerpen moet zich profileren als vestigingsplaats voor ondernemingen die voorlopers zijn op het gebied van duurzaam ondernemen. Daarnaast moet een sterke vereenvoudiging van de reglementering de slagkracht van de administratie beduidend verhogen en de bereidheid tot ondernemen, zowel op economisch als sociaal vlak, stimuleren.

Via een eenvoudige administratieve regelgeving en een resultaatgerichte fiscaliteit moet Antwerpen een trekpleister worden voor economisch, sociaal en ecologisch performante ondernemingen.

Evaluatie in 2012

Duurzaam ondernemen als doelstelling heeft ingang gevonden (o.a. Blue Gate). Effectieve omzetting in de praktijk moet doordacht gebeuren (soms worden verkeerde signalen gegeven naar chemiesector die zich belangrijke inspanningen getroost, o.a. project steenkoolcentrale). Nieuwe inspanningen moeten gefaseerd geintroduceerd worden. Wat de haven betreft, moet men niet vooruit willen lopen op EU-normen om competitiviteit te vrijwaren.

Extra stimuli voor de uitbouw van de “creatieve sectoren” zijn aangewezen.

Wat administratieve regelgeving betreft en snelheid van beslissing blijft er nog een lange weg te gaan inzake stedelijk beleid.

Zorg voor ieders gezondheid

De tekst uit 2002

Inzet en expertise voor Antwerpenaren en de wereld.

Door een efficiënt beheer moet het belangrijk potentieel op het gebied van de gezondheidszorg beter gevaloriseerd worden, zowel voor de Antwerpenaar als op internationaal vlak. De stad moet anticiperen op de ontgroening en de vergrijzing van de bevolking. Traditionele structuren uit de gezondheidszorg worden herdacht zowel in functie van specialisatie als van leeftijdscategorieën. Zo moet Antwerpen zijn voortrekkersrol op het vlak van de oprichting van kinder- en seniorenziekenhuizen uitbouwen en zijn expertisecentra krachtig ondersteunen.

Bovendien moet binnen alle beleidsdomeinen levenskwaliteit voorop gesteld worden. Samen met alle actoren uit de gezondheidszorg maakt ’sneller en meer’ plaats voor ‘doordacht en beter’.

De gezondheidssector te Antwerpen moet via verzelfstandiging, specialisatie en samenwerkingsakkoorden efficiënter opereren en zijn internationale erkenning versterken.

Evaluatie in 2012

In plaats van de verwachte ontgroening is er een verjonging van de bevolking door immigratie (inclusief de tweede generatie immigranten). De verzuiling van de ziekenhuizen blijft en er is onvoldoende samenwerking en taakverdeling om op Europees niveau een toppositie uit te bouwen. Wat mogelijk bleek in het hoger onderwijs moet ook kunnen in de gezondheidszorg. Gezondheidszorg moet extra aandacht hebben voor de relatie tussen gezondheid en leefmilieu en moet ook een meer uitgesproken preventief karakter krijgen. Waarom geen stadsdokter nu we al een stadsdichter hebben?

Anders gaan leren

De tekst uit 2002

Permanente vorming overstijgt traditionele structuren.

Als belangrijke onderwijsstad in Vlaanderen moet Antwerpen in overleg met de organiserende overheden gestalte geven aan een breed en kwalitatief aanbod. Het internet verandert de rol van leraar en leerling ingrijpend en vereist nieuwe leermethodes. Bestaande structuren dienen aangepast en aangevuld te worden zodat onafhankelijk van leeftijd, achtergrond of oorsprong een levenslange ontplooiing mogelijk is. Opleiding beperkt zich niet langer tot de schoolbanken. De sociale en de economische dimensies van onderwijs moeten hierbij gepaard gaan met ruimte voor creativiteit. Dit is de sleutel om maatschappelijke breuklijnen en uitsluiting terug te dringen.

Antwerpen moet een voortrekkersrol spelen bij de implementatie van nieuwe leermethoden en technieken en bij de hertekening van de rol van leraar en leerling.

Evaluatie in 2012

Antwerpen heeft zich een imago van studentenstad kunnen aanmeten: nieuwe studierichtingen, scholen en een internationalere uitstraling. Alle aandacht gaat vandaag naar het capaciteitsprobleem, terwijl discussie over de leermethodes, de voorbereiding op en aansluiting bij de arbeidsmarkt alsook op het gebied van meer technologie onvoldoende aan bod komen. Positief is dat de muren tussen de netten werden afgebouwd. Alhoewel een Vlaamse bevoegdheid, dient meer rekening gehouden te worden met de trend tot internationalisering en privatisering van het onderwijs. Antwerpen moet in het verlengde van zijn onderwijsroeping, in haar stedelijk beleid, een functie als congresstad uitbouwen.

Oud is anders dan out

De tekst uit 2002

Een nieuwe rol opnemen tijdens de tweede speelhelft.

De grijze golf in onze maatschappij brengt niet alleen financiële uitdagingen met zich mee, maar vraagt ook een vernieuwde visie op de rol en de opdracht van ‘ouderen’ in onze samenleving.

Het afschaffen van de verplichte pensioenleeftijd gekoppeld aan een flexibele arbeidsduur en aangepaste vergoedingstechnieken moeten er voor zorgen dat ouderen zinvol en verantwoord hun rol in de maatschappij kunnen blijven opnemen.

Daarnaast kunnen nieuwe projecten met maatschappelijke meerwaarde zoals de valorisering van het cultureel patrimonium of de integratie van nieuwkomers buiten het traditionele arbeidscircuit (vrijwilligers, pensioen- en uitkeringsgerechtigden) ingevuld worden.

Antwerpen moet als pilootomgeving fungeren om het contact tussen generaties te verbeteren door er voor te zorgen dat mensen op leeftijd zich nog op een zinvolle manier kunnen inzetten voor de gemeenschap.

Evaluatie in 2012

De regelgeving (bijv. m.b.t. de wettelijke pensioenleeftijd) is federaal, maar het stadsbestuur kan het actief betrekken van senioren mee ondersteunen via pilootprojecten en digitale fora voor het samenbrengen van vraag en aanbod (integratie, kinderoppas, langer open houden van bibliotheken). Een administratieve vereenvoudiging voor vergoede prestaties is hiervoor een noodzaak.

Openheid vraagt respect

De tekst uit 2002

Een handels- en culturele metropool die weet waarvoor ze staat.

In de traditie van de Hanzesteden is een wisselwerking tussen handel en cultuur een motor voor openheid en contact met andere gemeenschappen uit nabije en verre oorden. Het respect voor de eigen waarden en regels is hierbij wel een basiswaarde voor de gastvrijheid. Onduidelijkheid en naïeviteit keren zich immers zowel tegen de gastheren als de gasten. Migratiestromen moeten ingepast zijn in een maatschappelijke consensus. Het respect van andere culturele en levenswijzen moet eveneens opgeëist worden voor de eigen cultuur en levenswijze.

Antwerpen legt met nieuwkomers contractueel afspraken vast over wederzijdse rechten en plichten en staat borg voor de correcte toepassing ervan.

Evaluatie in 2012

Het beleid heeft wellicht te veel ingezet op grotendeels éénrichtingscommunicatie (het verstrekken van informatie) en formele participatiestructuren. Dit heeft veel betrokkenen in de nieuwe bevolkingsgroepen doen afhaken. Focus op kennis van de Nederlandse taal mag er niet toe leiden dat bepaalde groepen zich binnen hun gemeenschap terugtrekken. Dubbele identiteitsgevoelens moeten gerespecteerd worden (waar naast de culturele identiteit gemakkelijker een Antwerpse dan Vlaamse identiteit beleefd zal worden). De toeleiding naar de arbeidsmarkt van immigranten (inclusief hoogopgeleiden uit het GOS en het Midden-Oosten) blijft ondermaats en zal een prioriteit worden voor de volgende 10 jaar. Gezien de steeds evoluerende samenstelling van zijn bevolking moet Antwerpen een dynamisch laboratorium worden voor nieuwe vormen van integratie en participatie van zowel individuen als groepen.

Antwerpen @ Europa

De tekst uit 2002

Een stadsgewest in het Europa der regio’s.

De overdaad aan bestuursniveaus schaadt de kwaliteit van de beleidsvoering en ondergraaft het vertrouwen van de burger. De wijziging van de economische en politieke context, het uitdijen van het stedelijk gebied alsook de totstandkoming van de Europese Unie, vereisen een fundamentele hertekening én vereenvoudiging van de beleidsstructuren.

Antwerpen moet inspelen op de verdergaande Europese eenmaking en zich profileren als een sterk Europees stadsgewest. Tweejaarlijks gebeurt in opdracht van de gemeenteraad een benchmarking (toetsing) van de werking en uitstraling van de stad met andere Europese stadsgewesten.

Een stadsgewest Antwerpen wordt opgericht door het samenbrengen van de huidige districten en randgemeenten waarbij de huidige fusiegemeente ontbonden wordt en de provincie vervangen wordt door stads- en streekgewesten.

Evaluatie in 2012

De kloof tussen stad en rand is eerder vergroot tijdens de voorbije periode. Er ontbreekt een samenwerkingsplatform waarbij het evenwicht in bevolkingsaantal (500.000 inwoners in de stad en 500.000 in de rand) gerespecteerd wordt. Het stadsbestuur had de voorbije jaren geen duidelijke agenda noch de juiste attitude om de belangen op elkaar af te stemmen. De noodzaak is evenwel overduidelijk op het gebied van mobiliteit en economie. Soepele overlegstructuren waar meer dan 30 gemeentes samenwerken) die niet gedomineerd worden door de grootste entiteit zijn niet alleen nuttig, maar op korte termijn ook dringend noodzakelijk (zoals bij voorbeeld in de Duitse regio Nordrhein Westfalen. Dezelfde geest van openheid en samenwerking is noodzakelijk voor het economisch hart van de stad (haven, chemiecluster) en andere gemeenten in de Schelderegio.

Slank en gespierd

De tekst uit 2002

Het stedelijk bestuursniveau moet niet alles willen doen.

De overheid moet slank en gespierd zijn, d.w.z. dat zij zich beperkt tot kerntaken, die ze met voldoende middelen en autoriteit waarmaakt.

De rapportering over de staat van de stad gebeurt jaarlijks door een extern kantoor en rekent de bezittingen en de schulden van de stad uit in hoofde van elke inwoner. Daarnaast worden nut en efficiëntie van alle overheidsdiensten op continue basis beoordeeld en bewaakt. Gemeenschapsmiddelen dienen bij uitstek efficiënt en bekwaam beheerd te worden.

Procedures mogen alleen voor rechtmatige belangen ingeroepen worden. Voor belangrijke beleidsbeslissingen kunnen mits een gemotiveerd besluit de proceduretermijnen (termijn voor zowel beroep als beslechting) ingekort worden.

Antwerpen moet niet-kerntaken uitbesteden en onderbrengen in financieel en sociaal-rechterlijk onafhankelijke autonome bedrijven. Daarnaast moet een externe organisatie permanent toezicht houden op de effectiviteit en de efficiëntie van de stadsdiensten.

Evaluatie in 2012

Een doorgedreven professionalisering van management en de oprichting van autonome bedrijven (Zorgbedrijf, Vespa, Parkeerbedrijf) hebben hun vruchten afgeworpen. Strategisch management en de invoering van een analytische boekhouding zijn eveneens belangrijke realisaties. De decentralisatie naar de districten is echter geen succes en de taakverdeling stad/districten is voor bepaalde bevoegdheidsgebieden (o.a. mobiliteit) aan herziening toe.

Deugdelijk en duidelijk bestuur

De tekst uit 2002

Integer zijn, rendeert.

Jobmobiliteit is een must voor politici en ambtenaren. Dergelijke mobiliteit naar andere maatschappelijke geledingen vermijdt de vertrouwensbreuk tussen bestuurders en burgers. Het is de taak van het beleid om ambitieuze doelstellingen vast te leggen, te zorgen voor de nodige middelen en de meest bekwame mensen te belasten met de uitvoering en strikte opvolging ervan (politieke corporate governance). De top van de administratie moet een beleidsvisie indienen. Hun ambt verdient extra bescherming tegen politieke willekeur en hun mandaat moet regelmatig getoetst worden aan inzet, efficiëntie en professionalisme. Het verschil in statuut tussen ambtenaren en bedienden moet op stedelijk vlak opgeheven worden. Deontologie in de administratie en bij politici is een topprioriteit.

Het mandaat van burgemeester moet gekoppeld zijn aan de aanduiding van een uitvoerend college dat het volledige vertrouwen heeft. De burgemeester moet samen met zijn college ook zijn topambtenaren zelf kiezen.

Evaluatie in 2012

Alle werknemers van de stad hebben een ‘integriteitsbad’ doorlopen en aan het licht gebrachte schandalen werden kordaat aangepakt. De aanwerving van vastbenoemde ambtenaren werd ingeperkt tot waar wettelijk verplicht en een gelijke verdeling van statutaire en contractuele werknemers is aan de gang. De no-nonsense en resultaatgerichte aanpak bij de verschillende topambtenaren weegt door op het beleid.

Durven keuzes maken

De tekst uit 2002

Stadsontwikkeling vergt visie en moed.

Naast het verzorgen van een aantal basisdiensten die noodzakelijk zijn voor het dagelijks functioneren van de stad (zoals veiligheid, , stedebouw, openbare werken, properheid, …) is een visie op stadsontwikkeling een kerntaak van de lokale overheid. Deze visie moet één legislatuur overstijgen en uitvoerig gecommuniceerd worden met behulp van zowel klassieke als moderne middelen (hoorzittingen, internet, maquettes of driedimensionale computersimulaties). Het gebruik van de nieuwe informatietechnologieën maakt het contact tussen het beleid en de burger transparanter, socialer en eerlijker. Na raadpleging van en open dialoog met de burgers moet de overheid een duidelijke keuze maken, die het ‘niet in mijn achtertuin’ -syndroom en de bijhorende inertie overstijgt.

De gemeenteraad houdt zich alleen nog bezig met beslissingen van fundamenteel belang en ondersteunt het opstellen van beleidsplannen en een lange termijnvisie op stadsontwikkeling door de dialoog met de burger te onderhouden.

Evaluatie in 2012

Zowel onder het bestuur van de huidige burgemeester als zijn voorganger werden belangrijke initiatieven opgestart en in vele gevallen ook afgewerkt (Park Spoor Noord, Eilandje, MAS, historisch stadscentrum, …). De heraanleg van de Scheldekaaien heeft nog geen duidelijk tijdskader en de plannen voor Nieuw Zuid wachten op invulling. Het is duidelijk dat het stadsbestuur een visie heeft (weliswaar een uitgesproken ‘structuralistische visie’ gedragen door de burgemeester). Het stadsbestuur blijft in het mobiliteitsdebat omtrent een nieuwe Scheldeoeververbinding echter ‘lijdend voorwerp’ en speelbal tussen de Vlaamse Regering en de actiegroepen. Het uittekenen van de mobiliteit binnen de stad werd gehandicapt door de vaak moeilijke samenwerking tussen districten en een soms proactieve maar soms overhaaste keuze voor fiets en openbaar vervoer.

Bijkomende investeringen in openbaar vervoer en verkeersluwe stadscentra (bijv. door cirkellijntrams, watertaxi’s) moeten nog steeds opgenomen worden in het agenda.

Ambitie werkt aanstekelijk

De tekst uit 2002

En ambitie is politiek overdraagbaar.

Antwerpen moet na een grondige financiële gezondmaking investeren in één groot project met internationale uitstraling teneinde stad en regio te positioneren op de wereldkaart en als katalysator te functioneren voor een vernieuwd economisch en maatschappelijk elan.

Een bebouwde brug over de Schelde kan dit groot project zijn. Bruggen over de Schelde zijn het symbool voor een wereldstad aan de stroom. De stad wordt daardoor weer een geheel. Het stadhuis verhuist naar linkeroever en laat zijn museumfunctie achter in de historische kern van de stad.

Het nieuwe stadhuis wordt de veruiterlijking van een nieuwe transparante relatie tussen burger, administratie en politiek.

Antwerpen wordt de zetel voor vooraanstaande Vlaamse en Europese instellingen en organisaties.

Evaluatie in 2012

Met het MAS heeft Antwerpen er een icoon bij dat zowel locaal als internationaal een sterke uitstraling heeft. Het debacle van de Oosterweelverbinding voor internationaal vervoer (tunnel onder de Schelde/brug over het Eilandje) heeft de discussie over een brug voor lokaal vervoer (ter hoogte van de Kennedytunnel) van de agenda gehaald. Het nieuwe Havenhuis lijkt veelbelovend. Met de ontwikkeling van de Regattawijk op Linkeroever komt de fysieke en mentale hereniging tussen de stadsgedeelten linkeroever/rechteroever onvermijdelijk weer op de agenda.

De terugbetaling van de historische stadsschuld verliep volgens afspraak (terugbetaling van 400 mio over de voorbije 10 jaar), maar door de overname van 300 mio schulden van de ziekenhuizen daalde de totale schuld gedurende 10 jaar slechts met 100 mio en bedraagt thans nog ca. 900 miljoen eur. De pensioenverplichtingen voor de ambtenaren worden niet in de stadsschuld opgenomen en zullen via verhoogde bijdragevoeten aan de pensioenkas RSZPPO een belangrijke impact hebben op de stedelijke financiën tijdens het komende decennium.

Stralende ‘A’: sterke promotie, alle inspanningen gingen naar lokale marketing, maar de vertegenwoordiging van de stad buiten de landsgrenzen door de burgemeester was ondermaats.

Antwerpen is nog altijd geen zetel van enige belangrijke Vlaamse of Europese instelling. In de mate dat Europa de politieke en economische macht meer naar zich toetrekt, moet de doelstelling op dat niveau geënt zijn.

Conclusie

Antwerpen heeft zich een sterker profiel als culturele metropool, studenten- en woonstad aangemeten. De verwachte groei van de bevolking met 20% (100.000 inwoners) is het fundament waarop het volgende stadsbestuur zijn beleid voor de stadsontwikkeling in stad en districten (20ste eeuw-gordel !) kan en moet uittekenen.

Tevens moeten economisch nieuwe perspectieven (buiten de traditionele sectoren haven, diamant en chemie) snel tot ontwikkeling komen om een duurzame en kwalitatieve tewerkstelling voor alle Antwerpenaren mogelijk te maken mits een doordachte integratie, participatie en opleiding.