Antwerpen heeft eerder dit jaar een lage emissiezone (LEZ) ingevoerd, een primeur voor Vlaanderen, maar – laten we eerlijk zijn – slechts lauwe koffie in Europese context. Duitse steden zoals Berlijn, Keulen en Hannover deden dit al in 2008. Dat doet echter geen afbreuk aan het belang van deze beleidskeuze.

“De overheid moet vooral nadenken over de rol die ze wilt spelen. Samenwerking met de hele Antwerpse gemeenschap is cruciaal. Smart Government is immers niet hetzelfde als Smart City.”

Smart Cities en Privacy zijn geen antipoden.

Het opzetten van deze LEZ is namelijk een eerste stap richting ‘Smart City’. Het blijft echter te beperkt. Met het project ‘City of Things’ mikt Antwerpen hoog wat het gebruik van verzamelde of nog te verzamelen data betreft. Dat is mooi. Maar is er daar ook een volledig uitgewerkte visie op? Wat willen we doen met die data? En misschien nog belangrijker: wie beheert die data op welke manier?

Want het spreekt voor zich dat wanneer je op grote schaal data gaat verzamelen en verwerken je ook moet nadenken over de gevolgen voor de privacy van de Antwerpenaar. Smart Cities en Privacy zijn evenwel geen antipoden. Integendeel, privacy betekent controle hebben over je gegevens, niet de absolute afwezigheid of het weigeren van gegevensopslag. Was dat het geval geweest, zouden we allemaal kluizenaars moeten worden.

In de nieuwe Europese regels staat deze controle op je gegevens centraal. Je moet immers altijd geïnformeerde toestemming geven wanneer je anderen je gegevens laat gebruiken. De digitalisering hoeft geen bedreiging voor onze privacy te zijn, digitalisering geeft immers ook de technologische middelen om ze beter te beschermen. Denk aan het anonimiseren van gegevens of het gebruik van een ‘trusted third party’. Ook dat vind je terug in de nieuwe regels die hoge standaarden van gegevensbeveiliging en principes voor databeheer vastleggen.

Smart City vraagt als stad om big data

Onze stedelijke diensten zullen zich dan ook terdege moeten voorbereiden op de gegevensbeschermingsverordening die in mei 2018 van kracht wordt. Als ze dat goed doet, kan de stad de opportuniteiten van big data zonder problemen grijpen. Want als Antwerpen echt het label van ‘Smart City’ wil bekomen, heeft de stad big data nodig. De vraag is voornamelijk hoe we de opportuniteiten zullen grijpen.

De overheid moet vooral nadenken over de rol die ze wilt spelen. Samenwerking met de hele Antwerpse gemeenschap is cruciaal. Smart Government is immers niet hetzelfde als Smart City. Het komt er dus op neer stadsmakers te zoeken die mee op de kar willen springen. De mogelijkheden zijn er wel degelijk.

Staat de Universiteit Antwerpen bijvoorbeeld niet te springen om de stad als laboratorium te gebruiken? Zijn er geen talloze start-ups die met open data van de stad innovatieve toepassingen zouden kunnen ontwikkelen? Denk maar op het vlak van mobiliteit. Hoe lang gaan we nog met verschillende tickets, abonnementen, rittenkaarten blijven sukkelen terwijl al die tarifering en routeplanning veel beter en gemakkelijker via onze smartphone kan? De Lijn en de NMBS hebben wat open data betreft nog een langere weg af te leggen. In dat opzicht is LEZ maar een voetnoot in het mobiliteitsverhaal van de toekomst. Het is een goede zaak voor de leefbaarheid en het imago van de stad maar de LEZ zal er niet in slagen om de mobiliteit echt te sturen. Daarvoor heb je slimme uitvindingen van creatieve geesten nodig en een overheid die actief meedenkt, zich opstelt als dataleverancier en er tegelijkertijd over waakt dat die gegevens niet misbruikt worden.

Als smart city in de voetsporen van Helsinki

In Helsinki heeft men zijn nogal saaie dienst statistiek omgetoverd tot een hofleverancier van open data. De beleidsdoelstelling was duidelijk: alle obstakels die het hergebruik van publieke data belemmeren, wegnemen. Onder meer de tussenschotten tussen verschillende administraties en overheden zijn er aan moeten geloven. Helsinki is ondertussen gekroond tot wereldleider in de open data. Als Antwerpen in de voetsporen van Helsinki wil treden, zal het stadsbestuur binnen zijn administratie ook op zoek moeten gaan naar diensten die van onder het stof moeten gehaald worden en tussenschotten die gesloopt moeten worden. Dat moet lukken. Er zijn vast genoeg kandidaten die goesting hebben in een nieuwe uitdaging.

Christian Leysen & David Keersmaekers, Ondernemers

Bavo De Mol, jurist

Leden van de denktank Antwerpen overMorgen